De oostkust van de Verenigde Staten kan elk moment getroffen worden door een invasie van miljarden kleine insecten. Het gaat om zingcicaden, piepkleine insecten met rode ogen die onder de grond leven en slechts eens in de zeventien jaar naar boven komen om te paren.
Hoe angstaanjagend het idee misschien klinkt, de zingcicaden vormen geen gevaar voor mensen of dieren. Sinds 1996 hebben de insecten in hun vleugelloze vorm onder de grond geleefd en zich gevoed met boomwortels. Ze komen alleen naar boven als de temperatuur van de grond op precies achttien graden ligt.
Als de zingcicaden eenmaal boven zijn klampen ze zich vast aan een boom en vormen ze een cocon. Vervolgens ontpoppen ze zich in hun uiteindelijke vorm, met vleugels.
De insecteninvasie gaat gepaard met een flinke herrie. De lokroep die de volwassen mannetjes gezamenlijk laten horen werd in 2004 vastgelegd door Gene Kritsky, een onderzoeker van een universiteit in Cincinnati. Hij meette een geluidsniveau van 94 decibel. Volgens Kritsky was het zo'n herrie 'dat het geluid van overvliegende vliegtuigen niet te horen was'.
De mannetjes blijven paren tot ze er bij neervallen. Uiteindelijk leggen de vrouwtjes elk zo'n zeshonderd eieren op het uiteinde van een tak. Als de jonkies zijn uitgekomen nemen ze een snoekduik van de tak af en eenmaal op de grond graven ze zich een weg naar beneden.
Hoeveel zingcicaden de staten aan de oostkust mogen verwelkomen is niet precies duidelijk. De schattingen lopen uiteen van dertig miljard tot een biljoen.
Bron
Geen opmerkingen:
Een reactie posten