maandag 29 juli 2013

Politie kiest steeds vaker opsporingsbelang boven privacy

De politie heeft voor de tweede keer in korte tijd een foto van een verdachte op internet geplaatst, luttele uren nadat hij een overval zou hebben gepleegd. Opmerkelijk, want tot voor kort wachtten politie en justitie daar veel langer mee. Critici vrezen voor fouten, maar justitie is overtuigd. 'Ernstige zaken willen we snel oplossen.'

Twee mannen lopen vrijdagavond snackbar Verhage in Vlaardingen binnen. Ze geven een vrouwelijke medewerker een klap op haar hoofd, pakken geld en telefoons af en rennen weg met de buit. Amper 2 uur later plaatst de opsporingsdienst Rijnmond een bericht op Twitter met het nieuws over de overval, een bewakingsbeeld van een van de verdachten en een oproep: 'Wie herkent de dader?'

Een opmerkelijke stap. Hoewel de politie steeds vaker de hulp van het publiek inroept, duurde het tot voor kort nog dagen - of tot de eerstvolgende uitzending van Opsporing Verzocht - voor verdachten aan het publiek werden getoond.

Officier van justitie Henric Rebel, die vrijdagavond betrokken was bij het besluit, erkent dat het gaat om een 'uitzonderlijke stap'. 'We hebben dit slechts één keer eerder gedaan. In maart werd een benzinestation in Capelle aan den IJssel overvallen. Toen verspreidden we zo'n 1,5 uur later beeldmateriaal van de verdachte.'

Het is een nieuwe ontwikkeling, waarbij politie en justitie zich aan strenge regels hebben te houden. Volgens de richtlijnen moet het privacybelang zorgvuldig worden afgewogen tegen het opsporingsbelang. 'Daar staat geen minimumbedenktijd in genoemd,' zegt Rebel. 'Bij de overval afgelopen weekend in Vlaardingen hadden we meteen goed beeld. Bovendien was snel duidelijk dat we weinig andere aanknopingspunten hadden. De verdachte werd bijvoorbeeld niet meteen herkend door de politie. Daarnaast wilden we meteen gebruik maken van de oren en ogen in de omgeving om tot een snelle opsporing te komen. Het gaat om een ernstig feit.'



Maar er zijn ook kritische geluiden. Advocaat en 'privacywaakhond' Inez Weski vindt het een kwalijke zaak. 'Natuurlijk is dit soort misdrijven heel traumatisch voor het slachtoffer,' zegt ze. 'Maar het plaatsen van een foto is buitenproportioneel. Justitie mag beelden verspreiden van verdachten, maar daar zitten wel voorwaarden aan. Iemand moet bijvoorbeeld een gevaar vormen voor het publiek. En er moeten weinig andere mogelijkheden zijn om iemand op te sporen. Ik betwijfel of je dat binnen 2 uur kunt afwegen.'

Bovendien blijkt volgens Weski uit onderzoek dat mensen heel slecht zijn in het herkennen van gezichten. 'Vaak wordt de verkeerde persoon aangewezen. De politie brengt daarmee ook anderen in gevaar, die toevallig op de man of vrouw op de foto lijken. Daarnaast kan zo'n man na zijn straf een plek in de samenleving wel vergeten. De politie mag de foto na een aanhouding wel verwijderen, intussen is zijn afbeelding door andere media verspreid. Politie en justitie rekken steeds meer de grenzen op.'

Justitie houdt daar rekening mee, zegt officier Rebel. 'En we halen de foto weg zodra de verdachte is aangehouden.'

Bovendien wordt het volgens hem geen gewoonte dat foto's van verdachten razendsnel op internet komen. 'Ook al hebben wij hiertoe twee keer in korte tijd besloten, het blijven uitzonderingsgevallen. Maar soms kunnen we niet wachten. Ernstige zaken willen we snel oplossen.'




Bron

1 opmerking:

  1. Het gaat om daders van meestal zware delicten. Dan heb ik het over overvallers die de privacy van hun slachtoffers aan hun laars lappen. Waarom zou justitie dan met hun privacy rekening moeten houden.
    Wat ze hun slachtoffers aandoen gaat na hun arrestatie niet weg.Ze krijgen geen schadevergoeding, maar ze worden getraumatiseerd door de brute wijze waarop ze behandeld worden door deze daders.

    BeantwoordenVerwijderen