Een Vlaamse onderzoeker van depressie deed 2 jaar geleden een oproep in deze krant om hem schilderijtjes van huilende zigeunerkinderen te sturen. De portretjes zouden de eigenaar in het ongeluk storten. Hij kreeg er veertig. Of dat nu een zegen is...
Filip Raes, hoofddocent psychologie aan de Katholieke Universiteit van Leuven, wist waar hij aan begon toen hij een oproepje deed. Hij kende de talrijke gruwelijke verhalen over de droevige kinderportretjes. Die zouden behekst zijn en wie er zo stom was om er eentje in huis te hebben, wachtte onheil. 'Maar wie gelooft dat nog?' dacht de professor. Tót de mailtjes binnenstroomden. 'Komt u dat vervloekte schilderij maar snel halen' was een van de verhitte reacties na zijn oproep.
Ongeluk
'Ik heb begrepen dat zo'n portretje ongeluk brengt; wel meneer, dat kan kloppen, want ik heb in mijn leven al heel wat miserie meegemaakt,' schreef een ander. En dan somden mensen soms heel wat leed op, waaronder soms familieleden die veel te vroeg overleden waren.
Of dan die mevrouw uit Brussel die de professor licht beschuldigend toesprak toen hij maanden na dato op haar aanbod reageerde om zo'n deksels schilderijtje op te halen. 'Tja, u bent te laat,' verzuchtte de vrouw. 'Ik wilde dat ding niet meer in huis. Vorige week is ons garagedepot afgebrand.' Het schilderijtje bleek met alleen wat rookschade ongeschonden uit de vlammen te zijn gekomen, precies zoals onfortuinlijke voorgangers zou zijn overkomen.
Raes, die de legende had willen ontrafelen met zijn onderzoek, kreeg er alleen maar mysterieuze verhalen bij. De vloek zou verbonden zijn met één van de door de schilder Giovanni Bragolin afgebeelde kindjes. Dat zou een arme wees zijn geweest die nimmer meer had gesproken sinds hij had gezien hoe zijn ouders omkwamen bij een brand. Overal waar, sindsdien, een zigeunerportretje van het ventje opdook, ontstond binnen de kortste keren een vuurzee. 'De broodje-aapverhalen lopen uiteen,' weet Raes. 'Ik heb ook gehoord dat Bragolin veel geld verdiende aan het portretteren van de weeskindjes. Toen zij omkwamen tijdens een brand, zouden ze uit wraak brandstichten in het huis waar hun beeltenis hing.' Aan schilder Bragolin, inmiddels overleden, kan het niet meer worden gevraagd.
De psycholoog heeft inmiddels zo'n veertig Bragolins op kantoor. Bijna alle Crying Boys, zoals de schilderijen worden genoemd, zijn jongetjes bij wie een eenzame traan over de wang biggelt. Geen opengesperde mond of rood aangelopen gezicht, maar ingetogen verdriet en ogen die je door de hele kamer lijken te volgen. 'Dat vinden sommige mensen eng,' zegt Raes. Het fascineert hem mateloos.
Een flink aantal schilderijtjes is onderdeel van de tentoonstelling Donkere Kamers in het Gentse museum Dr. Guislain, een kunstproject dat over depressie gaat. Als psychologisch experimentje heeft Raes er een aantal bij elkaar gehangen, en aan de overkant slechts één portretje eenzaam aan de wand. Waarschijnlijk zal het verdriet van dat ene zigeunerjongetje de bezoeker ontroeren, voorspelt hij. 'In de veelheid gaat al snel dat wat uniek maakt, verloren.'
Overigens is het mysterie Raes zelf ook ten deel gevallen. Toen hij een portret even in de hal zette - 'ze komen mijn huis niet in' - kwamen er diezelfde dag nog druppels uit het plafond. ,,En om het nog gekker te maken: in mijn kantoor had ik exact hetzelfde. Dat moeten de tranen van de wezen zijn geweest."
Raes, die pas later ontdekte dat er een minuscuul lek in de waterleiding zat, zegt dat maar niet hardop om de zigeunerkindjes niet nóg bozer te maken. In plaats daarvan heeft hij de portretjes bij elkaar gehangen in zijn kantoor. ,,Er schijnt een manier te zijn om de vloek te keren. Wanneer u de wezen herenigt, zal geluk in plaats van onheil u ten deel vallen."
Bron
Geen opmerkingen:
Een reactie posten