De onthoofding van een baby tijdens de bevalling in het Zwolse Isala ziekenhuis in april 2013 is veroorzaakt doordat er te hard aan de baby is getrokken.
Dat blijkt uit autopsie op het doodgeboren kindje. De arts heeft destijds verklaard dat hij 'slechts matig' aan de premature baby (25 weken) heeft getrokken.
Het verslag van pathologen van het Laboratorium Pathologie Oost-Nederland onderschrijft het vermoeden van de vader van de baby, Christiaan Bruinink. Hij nam geen genoegen met het onderzoek dat in opdracht van het ziekenhuis werd uitgevoerd.
Zeldzame complicatie
In dat onderzoek, uitgevoerd door een deskundige van het UMC Utrecht, luidde de conclusie dat het een 'zeer zeldzame complicatie' was die van tevoren 'niet was te voorzien'. Volgens deze deskundige waren er geen fouten gemaakt en had de arts medisch zorgvuldig gehandeld.
De gynaecoloog stelde destijds dat de krachten die hij had gebruikt om het kindje geboren te laten worden 'slechts matig' waren geweest. Een forensisch arts concludeerde kort na de bevalling dat het om een natuurlijk overlijden tijdens de bevalling ging.
Broddelwerk
Ook hier is nu twijfel over, want uit het nu opgedoken verslag van de pathologen blijkt dat de baby bij het begin van de bevalling gezond en levensvatbaar was. Volgens Bruinink is het onderzoek, in opdracht van Isala uitgevoerd, 'broddelwerk': ,,Cruciale vragen worden niet beantwoord.''
Het incident is direct door Isala bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gemeld. Die nam de conclusie van het onafhankelijke onderzoek over en sloot de zaak formeel af. Volgens Bruinink neemt de IGZ een mogelijk nieuw onderzoek in beraad. De inspectie wil dit niet bevestigen. Isala stelt dat de deskundige heeft geconcludeerd dat er geen fouten zijn gemaakt.
Bron
Geen opmerkingen:
Een reactie posten