De Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn niet te vergelijken met verkiezingen zoals we die in Nederland kennen. In plaats van een landelijke verkiezing waarbij de meeste stemmen gelden, kent de VS een Kiescollege van 538 kiesmannen die uiteindelijk de nieuwe president kiezen.
Het Amerikaanse kiesstelsel is het resultaat van een compromis uit de achttiende eeuw. Staten wordt een bepaald aantal kiesmannen toebedeeld, op basis van het aantal inwoners. In bijna alle gevallen wint de winnaar van een staat alle kiesmannen die daar worden verdeeld. Alleen in de staten Maine en Nebraska worden de kiesmannen evenredig verdeeld. De kandidaat die een meerderheid van de 538 kiesmannen weet binnen te slepen woont de komende vier jaar in het Witte Huis.
De meeste staten zijn trouwe aanhangers van een van de twee partijen. President Barack Obama en zijn tegenstrever Mitt Romney zijn tot dusver echter geen van beiden zeker van genoeg staten om 270 kiesmannen te halen. Daarom zijn de zogenoemde swing states, waar de uitslag nog onzeker is, zo belangrijk.
In landelijke peilingen zijn de verkiezingen verworden tot een nek-aan-nekrace. Deze peilingen zijn echter niet per se een goede voorspelling van de uitslag van de verkiezingen. Een kandidaat kan een meerderheid van de bevolking achter zich krijgen, zonder president te worden, zoals Al Gore in 2000. Alles draait om de swing states. En vooralsnog is Obama daar in het voordeel.
Het kiescollege
Een staat krijgt een kiesman voor elke afgevaardigde die hij in het Congres heeft. Eén voor elk lid van het Huis van Afgevaardigden, waar de zetels worden verdeeld op basis van inwonersaantallen, en twee voor de twee senatoren die elke staat levert. Het absolute minimumaantal kiesmannen voor een staat is dus drie. Het district Columbia, waar de hoofdstad Washington ligt, heeft ook drie kiesmannen, hoewel het niet dezelfde vertegenwoordiging in het Congres kent als de vijftig staten.
Na de verkiezingen zijn er nog twee formaliteiten die moeten worden afgewerkt. Op 17 december komen de kiesmannen in hun staat bijeen om officieel hun stem uit te brengen. Het Congres houdt dan 6 januari nog een officiële telling.
Het Kiescollege kan voor twee ongebruikelijke situaties zorgen. Ten eerste is er de situatie uit 2000, toen George W. Bush tot president werd gekozen terwijl hij minder stemmen binnenhaalde dan Al Gore. Het tweede ongewone scenario is een gelijke eindstand, waarin beide kandidaten 269 kiesmannen binnenhalen. Het Huis van Afgevaardigden kiest dan de president. Het is echter in deze situatie aan de Senaat om de vicepresident te kiezen.
Aangezien de Republikeinen waarschijnlijk hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden behouden, zou een gelijkspel Romney in het Witte Huis betekenen. De Democraten blijven echter naar alle waarschijnlijkheid in de meerderheid in de Senaat, waardoor Romney zou worden opgescheept met vicepresident Joe Biden.
Het congres
Hoewel alle aandacht uitgaat naar de race om het Witte Huis, wordt dinsdag ook gestemd voor het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. De Republikeinen behouden hoogstwaarschijnlijk hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. De Democratische meerderheid in de Senaat leek lange tijd in gevaar te zijn, maar de peilingen lijken nu toch goed nieuws voor de Democraten te voorspellen.
Een derde van de honderd zetels in de Senaat staat op het stembiljet. Om een meerderheid te veroveren moeten de Republikeinen een nettowinst van vier zetels boeken als Obama wordt herkozen. Als Romney wint zijn drie zetels genoeg, aangezien de vicepresident bij staken van de stemmen in de Senaat de doorslag geeft.
Het feit dat sommige Democratische senatoren in conservatieve staten uit de politiek stapten leek goed nieuws te zijn voor de Republikeinen. Maar de partij lijkt zich in diverse staten in de vingers te hebben gesneden door in de voorverkiezingen zeer conservatieve kandidaten aan te wijzen. Kandidaten die goed vallen bij de achterban, maar te conservatief zijn voor kiezers in het midden.
Verkiezingsdag
De presidentsverkiezingen zijn dusdanig spannend dat het wel even kan duren voordat er een winnaar wordt uitgeroepen. De laatste stembureaus, in Alaska, gaan pas woensdag om 07.00 uur Nederlandse tijd dicht. In de drie belangrijkste staten kan tot 02.00 uur Nederlandse tijd worden gestemd. In Virginia kan men tot 01.00 uur stemmen, in Ohio tot 01.30 uur en in Florida tot 02.00 uur.
Uit exitpolls zal snel een bepaald beeld worden gevormd. Maar tenzij een van de twee kandidaten de verwachtingen overstijgt kan het tellen in swing states uren, zo niet langer, duren. De verkiezingen in 2000 werden uiteindelijk pas weken later beslist vanwege onenigheid over de stembusgang in Florida. Uiteindelijk riep het Hooggerechtshof Bush uit tot president.
Naar verwachting komen de eerste exitpolls dinsdagavond rond 23.00 uur Nederlandse tijd binnen. De eerste exitpoll van een swing state wordt woensdag rond 01.00 uur Nederlandse tijd verwacht. Het gaat om de staat Virginia. Dit kan een belangrijke graadmeter zijn voor het verdere verloop.
Stand van zaken
De twee belangrijkste swing states zijn Ohio (18 kiesmannen) en Florida (29 kiesmannen). Obama en Romney gaan nek-aan-nek in Florida, maar in Ohio heeft de president een kleine voorsprong. Beide staten zijn van cruciaal belang voor de Republikeinen. Als Obama Florida pakt, zou Romney alle andere swing states, inclusief Ohio, moeten winnen. Als Romney Florida wint maar Ohio verliest, is Obama nog maar vijftien kiesmannen verwijderd van de overwinning. In dat geval heeft de president meerdere manieren om zijn overwinning te bezegelen. Het zijn deze omstandigheden die volgens analisten van Ohio de belangrijkste staat maken op verkiezingsdag. Geen enkele Republikein is ooit president geworden zonder te winnen in Ohio.
De overige swing states zijn North Carolina (15), Virginia (13), Iowa (6) Colorado (9), Nevada (6), Wisconsin (10) en New Hampshire (4).
Bron
Lees ook: De trucs die Republikeinen gebruiken om stemmen moeilijk te maken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten