woensdag 10 december 2014

Stroopwafel redt paria's uit de goot in Pakistan

Een transseksueel aan het werk in de bakkerij. Hier is niemand die hem met de nek aankijkt. © AD.


Van transseksuelen moeten Pakistanen niets hebben, maar de Hollandse stroopwafels die ze bakken... die gaan erin als zoete koek. Met dank aan ondernemersechtpaar Gertjan van Laar (34) en Judith Koppelman (33), dat in de havenstad Karachi een bakkerij begon. Midden in een van de gevaarlijkste steden ter wereld.

In de bakkerij van de Nederlandse familie Van Laar bereidt Sundia (52) met een wit mutsje op haar hoofd het deeg voor de stroopwafels. Iets verderop bakt Mina (45) met het zweet op haar gezicht de Hollandse koeken. Door hun overdadige make-up lijken Sundia en Mina vrouwen.

Eerste echte baan
Maar van dichtbij hebben ze ook mannelijke trekjes. ,,We zijn transseksueel,'' verklapt een lachende Sundia. Het is haar eerste echte baan. Want in het oerconservatieve islamitische Pakistan huurt geen bedrijf ze in.

Het Nederlandse ondernemersechtpaar koos bewust voor khawaja's, zoals deze gecastreerde mannen bekendstaan, omdat ze door de samenleving met de nek worden aangekeken. ,,Het gekke is dat deze mensen worden uitgekotst, maar als er een kind is geboren of iemand gaat trouwen, dan huren Pakistaanse families deze khawaja's in om te dansen en te zingen. Pakistanen geloven dat transseksuelen over goddelijke krachten beschikken,'' vertelt Gertjan.

Helpen
,,Noem ons sociale ondernemers,'' legt Gertjan van Laar uit. ,,Voor het geld zijn we niet gekomen. Hier heerst ellende, maar er zijn ook mogelijkheden. Meer dan de helft van de bevolking bestaat uit hoogopgeleide jongeren, die hard werken om vooruit te komen. Ze hebben geen 9-tot-5-mentaliteit zoals in Nederland. We willen het land graag helpen,'' klinkt het idealistisch.

Gertjan en Judith verhuisden 4 jaar geleden met een kind van Amersfoort naar de bruisende metropool Karachi. Gertjan voelde zich aangetrokken tot de stad die nooit slaapt en waar alles mogelijk is. In Nederland was hij partner van een websiteontwerpbureau dat software liet maken in China en India.

Maar door cultuurverschillen en het toenemend aantal klachten van klanten over de kwaliteit, besloot hij dichter bij de bron te gaan zitten. Samen met jonge, moderne Pakistanen ontwikkelt hij allerlei soorten apps voor zowel de Pakistaanse als de Westerse markt. Judith werkte de eerste jaren in een ziekenhuis in Karachi.


Zoetekauwen
Ondertussen liep Gertjan al met nieuwe plannen rond. Hij wilde graag een Hollandse stroopwafelbakkerij in Karachi opzetten. ,,Pakistanen zijn zoetekauwen en dol op stroopwafels. Dat bleek iedere keer weer als we uit Nederland terugkwamen,'' vertelt hij enthousiast. Hij wilde ook graag de transseksuelen in zijn buurt helpen. Hun mensonwaardige bestaan raakte hem.

Overdag verdienen ze geld door te bedelen, 's nachts werken ze in de prostitutie. ,,Pakistanen dichten hun goddelijke gaven toe, maar toch hebben ze geen respect voor ze. Ze zijn vooral bang voor ze. Wij willen deze mensen graag zelfvertrouwen geven".

Lening
Het Nederlandse echtpaar besloot de stroopwafels en de transseksuelen samen te brengen. Met een lening van het Nederlandse Kerk in Actie begonnen ze afgelopen voorjaar hun bakkerij. Inmiddels liggen de Hollandse stroopwafels in 35 winkels en supermarkten door heel Pakistan.

De bakkerij levert vooralsnog aan de groothandel om de transseksuelen bewust uit de spotlights te houden. ,,We willen niet dat de stroopwafels uit het liberale Nederland met transseksuelen worden geassocieerd. Op den duur hopen we wel klanten bij onze bakkerij te betrekken en ze bewust te maken van het bestaan van deze mensen.'' Judith heeft de dagelijkse leiding in de bakkerij. Als haar kinderen 's middags uit school komen, is ze thuis.

Karachi mag dan bruisen, het is niet echt een veilige stad. Zeker niet om er met kleine kinderen (2,5 en 6 jaar) te wonen. Vorig jaar vonden meer dan tweeduizend mensen er de dood. De stad is regelmatig het toneel van rivaliserende politieke groepen. De extremistische taliban plegen er bijna wekelijks aanslagen.

Terwijl het merendeel van de zakenmensen zich in geblindeerde pick-up trucks met in de achterbak zwaarbewapende bodyguards laat vervoeren om uit handen te blijven van de maffia, gaan Gertjan en Judith 's ochtends gewoon lopend of met de scooter naar hun werk.

Slachtoffer
Maar hun ogen sluiten voor het gevaar, dat doen ze niet. Het gezin was zelf tweemaal slachtoffer van een roofoverval. De eerste keer vielen criminelen hun huis rond lunchtijd binnen. ,,Omdat de boeven niet zoals in cartoons gestreepte T-shirts droegen, aten onze kinderen netjes door,'' vertelt Gertjan luchtig.

De tweede overval gebeurde 's ochtends in het donker, bij terugkeer van een bezoek aan Nederland. Ze waren van het vliegveld op weg naar huis. Mannen met geweren hielden hun auto aan en richtten geweren op ze. ,,Dat was wel even schrikken,'' zegt Gertjan nog steeds even nuchter.

Het geweld is geen reden om terug te keren naar Europa. Wel het tekort aan bewegingsvrijheid voor de kinderen. Op straat kunnen ze niet spelen en er zijn te weinig parken. Maar plannen om te vertrekken hebben ze nog niet. Ze gaan pas als hun bedrijven op eigen benen kunnen staan.




Bron

Geen opmerkingen:

Een reactie posten